Van links naar rechts: Dennis Iseger, Amy van Groot Battavé en John van de Lagemaat.
Team Netcongestie Rotterdam netwerkt zich een slag in de rondte
“Het is nieuw; we moeten het al lerend onder de knie krijgen”, zegt coördinator Amy van Groot Battavé over de Rotterdamse Aanpak Netcongestie. De gemeente wil meer grip krijgen op netcongestie. Op de korte én zeker ook op de lange termijn. “Energie wordt steeds meer een sturende factor in onze stadsontwikkeling.”
De Rotterdamse Aanpak Netcongestie is de stedelijke uitwerking van de landelijke aanpak met 3 sporen:
- Elektriciteitsnetten slimmer en sneller uitbreiden
- Sturen op betere benutting van het elektriciteitsnet in de stad
- Vergroten van de flexibele capaciteit bij ondernemers
Een nieuw team vol energie
Het 8-koppige team Netcongestie is pas enkele maanden aan het werk. Amy vertelt erover samen met haar collega’s Dennis Iseger, die zich richt op het spoor van netuitbreiding, en John van de Lagemaat, energieplanoloog, die stuurt op de ruimtelijke verbinding van energie met ruimtelijke ordening en planologie. Het team is onderdeel van de afdeling Duurzaamheid, maar werkt samen met de hele gemeente: van ruimte, wonen, en milieu tot mobiliteit. De precieze invulling van hun rol is nog in ontwikkeling. Maar één aspect is duidelijk: ze netwerken zich een slag in de rondte.
Meesturen op het energiesysteem
Dennis werkt aan het stroomlijnen van het proces van netuitbreiding met netbeheerders Stedin en TenneT. Een flinke klus: tal van nieuwe hoogspanningsstations in stad en haven, tientallen nieuwe trafohuisjes overal in de wijken en honderden kilometers kabels moeten een plek krijgen. Voor de projecten met Stedin en TenneT wordt binnen de gemeentelijke organisatie een projectleider aangesteld die ervoor zorgt dat alle betrokken afdelingen meedoen.
“Maar”, zegt Dennis, “waar we naartoe willen, is verder vooruitkijken naar wat er allemaal aankomt. Dat we zelf meer aan het stuur zitten bij de ontwikkeling van het energiesysteem en de keuzes over de benutting van onze schaarse ruimte.”
Energie verbinden met ruimte
John ziet in de praktijk dat het ruimtelijk domein vaak pas aan de achterkant wordt betrokken bij ontwikkelingen op het gebied van energie. “Er is grote behoefte om energie en ruimte beter te verbinden. Omgekeerd ben ik in de organisatie op missie om bestuurders en ambtenaren mee te geven dat we bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen en woningen ruimte moeten reserveren voor energie. Energie is daarmee een structurerende factor geworden in de ruimtelijke ontwikkeling.”
Samenwerking tussen marktpartijen en instellingen
Het 2e en 3e spoor zijn gericht op netbewustzijn en de samenwerking tussen (markt)partijen en instellingen om ruimte op het elektriciteitsnet te creëren. De aanpak voorziet bijvoorbeeld in subsidie voor een Flexscan. Deze is bedoeld voor bedrijven die willen verduurzamen en/of een grotere aansluiting wensen, maar die momenteel niet kunnen krijgen.
Een deskundige onderzoekt de mogelijkheden om lokaal slimmer om te gaan met energie. Bijvoorbeeld via een groepscontract, waarbij partijen samenwerken aan een betere benutting van het stroomnet en hierover afspraken maken met de netbeheerder.
Energieschaarste beïnvloedt stadsontwikkeling
Amy bewaakt als coördinator de samenhang tussen de 3 sporen. “Schaarste zal z’n weerslag hebben op de ontwikkeling van de stad. Hoe gaan we sturen op het energiesysteem? De belangrijkste knoppen waaraan we kunnen draaien zijn warmte en elektrisch laden. Dit zijn de veroorzakers van overbelasting van het elektriciteitsnet.”
In de gunningsvereisten van de nieuwe concessie voor laadpalen is daarom netbewust laden opgenomen. Amy: “De netbeheerder ziet dat er in de vooravond veel vraag is. Op die piekmomenten willen we de laaddrukte verminderen. Hoe, dat is de uitdaging voor de markt.”
In het netwerk Project Ontwikkelaars Rotterdam (POR) organiseert de gemeente kennissessies met grote projectontwikkelaars over netbewuste nieuwbouw. “We oriënteren ons op de eisen die we hiervoor kunnen opnemen, bijvoorbeeld netbudgetten.” Amy verwijst naar de Utrechtse Merwedekanaalzone, waar alle niet-woonfuncties met een groepscontract draaien op de restcapaciteit van de woningen.
Samen programmeren met de netbeheerder
De wisselwerking met de netbeheerder is groot. Amy: “Als wij in bepaalde wijken geen ruimte hebben voor een warmtenet, is dat een grote opgave voor Stedin. Het is in ieders belang om 10, 20 of 30 jaar vooruit te kijken en onze opgaven bij elkaar te leggen.”
Dennis vult aan: “De gemeente is gewend planologisch te zoeken naar ruimte voor functies. Je weet dat er ergens een hoogspanningsstation moet komen, en het is dan belangrijk om vanaf het begin aan tafel te zitten met alle belanghebbenden in het gebied.”
Het gezamenlijk programmeren met de netbeheerder krijgt langzaam vorm. “We hebben allebei belang bij slimme keuzes met zoveel mogelijk draagvlak. Dat versnelt het proces zodra er gebouwd moet worden. Nu komen we vaak pas in beweging als de plannen van de netbeheerder al vergevorderd zijn”, zegt Dennis.
De kunst van integrale energieplanning
Het is duidelijk dat de gemeente een rol moet nemen in energieplanologie en netcongestie. “Hoe we dit doen, is nog een zoektocht”, zegt Amy. “We scheppen overzicht en monitoren wat er gebeurt, bijvoorbeeld met de Impactanalyse Netcongestie (maart 2025). Waar nodig pakken we de regie. De gemeente is niet de probleemeigenaar van netcongestie, maar de pijn speelt hier wel.”
Voor Dennis is één aspect van zijn rol duidelijk: hij zorgt dat projecten van de netbeheerder goed verlopen door te coördineren en te versnellen waar mogelijk. John kijkt ruimtelijk en strategisch: hoe geven we alles een plek in de stad?
Het hele team werkt aan een nieuwe beweging naar stedelijk en gebiedsgericht programmeren, waarbij energie een nieuwe kaartlaag vormt bovenop alle andere functies en infrastructuur. John: “De kunst is om de beste integrale afwegingen te maken. Samen met alle interne en externe stakeholders.”