Submenu

Blog: Een zoektocht door onontgonnen terrein

16-10-2025

Op de laatste dag van het Leer- en kennisprogramma Energieplanologie presenteerden 10 groepen hun casussen. De casussen varieerden van het inpassen van een hoogspanningsstation tot het ontwerpen van een nieuwe wijk. De rode draad? Samenwerken, pionieren en waarde creëren.

 

 

Lotgenoten in energieplanologie

De 5e en laatste opleidingsdag van het Leer- en kennisprogramma Energieplanologie begint met een sfeer van lichte opwinding. De deelnemers richten een ‘marktkraam’ in om hun casussen te presenteren. De sponsoren van Netbeheer Nederland, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) komen kijken en luisteren. Wat helpt of belemmert bij het in de praktijk samenbrengen van ruimte en energie?

Eén ding heeft de opleiding sowieso opgeleverd: een netwerk van professionals die werken aan energieplanologie. Soesja van Wijgerden van de provincie Noord-Holland noemt het ‘lotgenotencontact’. “We herkennen bij elkaar de uitdagingen en de frustratie. De bestaande manier van werken voldoet niet meer.” Samen met haar groep werkte ze aan een nieuwe vorm van planvorming, waarin verschillende opgaven worden gecombineerd zodat ook ‘zachte waarden’ als groen, beleving en biodiversiteit behouden blijven bij het inpassen van bijvoorbeeld een hoogspanningsstation. Het sleutelwoord: waardecreatie.

De presentaties zien er allemaal anders uit: van infovisuals met uitgekiende grafische vormgeving tot flappen die zijn volgekalkt met kernbegrippen. De rode draad is anders werken: ruimte en energie vanaf de eerste planvorming bij elkaar brengen, alle belangen breed in kaart brengen en benaderen en een goed proces bedenken. Het gonst van de ideeën. Knelpunten zijn er ook, zoals ontbrekende regie en kennis of politieke belangen die slecht uitpakken voor het energiesysteem. Wat de deelnemers ook gemeen hebben? Het werk is een zoektocht door onontgonnen terrein. Je moet wel een beetje van pionieren houden.

Bekijk hier een impressie van het werk van de 10 groepen.
Let op: Sommige casussen zijn gebaseerd op echt situaties, andere zijn fictief of hypothetisch. Alle voorbeelden laten zien hoe energie en ruimte slim verbonden moeten worden in praktijk en planning.

Energie en ruimte slim verbinden in Utrechtse wijkontwikkeling

Een nieuwe wijk met 380 sociale huurwoningen bouwen op een netbewuste en energievriendelijke manier: dat is de opgave in het Thomas A. Kempisplantsoen in Utrecht. De oude woningen voldeden niet meer en zijn enige tijd geleden gesloopt. Tijd dus voor een nieuw plan.

Vlak bij de locatie staat de Douwe Egberts-fabriek, waar potentieel restwarmte beschikbaar is. De vraag is: kunnen we dit bedrijf, onderdeel van een grote multinational, interesseren om warmte te leveren aan de directe omgeving? Hoe werkt zoiets? Kan de wijk ook een klimaatadaptieve inrichting krijgen? En hoe gaan we om met nieuwe mobiliteitsconcepten?

“Dit gaat niet per se over techniek, maar meer over samenwerken en slim organiseren rondom zo’n gebiedsontwikkeling”, zegt beleidsadviseur ruimtelijke ontwikkeling Hans Hubers van de provincie Utrecht. Zijn belangrijkste les: “Energie vraagt ook in de stad meer van de nu al schaarse ruimte. Maar houd ook oog voor zaken als voldoende groen, (drink)water, et cetera.”

“De komende jaren wordt het verbinden van de vakgebieden van energietransitie en ruimtelijke ontwikkeling heel belangrijk. In de omgevingsvisie van de provincie Utrecht komt straks een veel completer verhaal over energie. Met de omgevingsverordening kunnen we anticiperen op de snelle ontwikkelingen van energie-infrastructuur, energiehubs, lokale warmtesystemen, netbewust bouwen, enzovoorts. We hebben de komende jaren veel te doen, bijvoorbeeld in het verder versterken van integraal werken tussen overheden en netbeheerders. Maar ook in de opleidingen en trainingen van huidige professionals en nieuwe collega’s.”

Proces als basis voor netinpassing in Breda

In de omgeving Breda moeten 2 380 kV-stations een plek krijgen. Wat is de beste locatie? Dat is de vraag. De groep dook vooral in het proces, vertelt Joris van der Weijden, beleidsmedewerker Duurzaamheid en Milieu van de gemeente Etten Leur. “We hebben ontleed wie de stakeholders zijn. Welke partijen moet je wanneer betrekken? En hoe kun je het proces zo organiseren dat je de juiste besluiten kunt nemen?”

Het vraagt een onafhankelijke projectmanager die alle partijen kan aanspreken en mandaat heeft. In het begin breed onderzoeken wat er nodig is, daarna bepalen wat en hoe.

De belangrijkste les: begin de grote inpassingsopgave met het bedenken van een proces om stakeholders te inventariseren en aan tafel te krijgen.

Waar komt de elektrolyser?

In Hoogeveen zijn 2 locaties in beeld voor de bouw van een elektrolyser: het terrein van de rioolwaterzuiveringsinstallatie en het braakliggende terrein Wijk 20, onderdeel van de Proeftuin Aardgasvrije Wijken. Of de bouw doorgaat, is nog onzeker. Voor de groep draait het vooral om de keus voor de beste locatie.

Hoe kun je alle voor- en nadelen goed tegen elkaar afwegen? De groep maakte een ambitieweb waarin verschillende factoren, zoals toekomstbestendigheid, belangen van stakeholders, realisatiesnelheid en vergunbaarheid naast elkaar zijn gezet.

“Zie het als een manier om het denken hierover te organiseren”, zegt Liza Cremer, projectleider Energietransitie bij de gemeente Heemskerk. “Overal is het lastig om verschillende factoren goed tegen elkaar af te wegen.”

Liza is blij met het netwerk van het Leer- en kennisprogramma. “Het is waardevol om contact te hebben met mensen die tegen dezelfde problemen aanlopen.”

Energieplanologie vanaf de start bij Bleiszo West

Bleiszo West is de beoogde locatie voor 5.000 nieuwbouwwoningen en 150.000 vierkante meter aan bedrijventerrein en voorzieningen. Hoe ontwikkel je hier een optimaal energiesysteem?

De groep bracht het proces voor energieplanologie in kaart, samen met de kansen van het gebied en de uitgangspunten voor een energievisie.

“De belangrijkste les is dat energieplanologie vanaf het begin onderdeel moet zijn van de planontwikkeling”, zegt Sebastiaan Kneppers, beleidsadviseur Energietransitie bij de gemeente Delft. “In het gebied zijn hoge temperatuur warmtebronnen aanwezig en de ondergrondse leiding WarmtelinQ loopt erdoorheen. Dat willen we goed benutten. Dit betekent dat we bedrijvigheid moeten aantrekken die deze bronnen gebruikt. We moeten regie voeren en programmeren om schaarse bronnen optimaal in te zetten.”

Smart Energiehub Zuid-Beverwaard

Op het bedrijventerrein Zuid-Beverwaard wil de gemeente Rotterdam verschillende functies bij elkaar brengen: de RET-tram- en busremise, stadslogistiek, een snellaadhub, middenspanningsstation, een punt voor gladheidsbestrijding, en een parkeerplaats. Hoe los je daar de energievraag op?

Sadhana Debi-Tewarie, energieadviseur bij de gemeente Almere, vertelt hoe de groep te werk ging. Ze brachten de locatie en de functies in kaart, vergeleken de energievraag en het aanbod en puzzelden met slimme matches. Bijvoorbeeld een koppeling van de stroomvraag van mkb-bedrijven met het ’s nachts laden van bussen en trams. In de mix van energiebronnen is het gewenst een windmolen in te passen. Is het wenselijk en haalbaar om daarvoor de kaders aan te passen?

Het resultaat van deze groep is een routekaart, niet alleen voor Zuid-Beverwaard, maar voor alle energiehubs. “Onze conclusie is dat de inpasbaarheid van functies hand in hand gaat met energie. Energie moet integraal onderdeel zijn van een ontwikkelingsplan.”

Energie als vertrekpunt bij uitbreiding bedrijventerrein

Op een locatie van een wind- en zonnepark, waar het hoogspanningsnet wordt verzwaard, moet een bedrijventerrein worden uitgebreid. Anja Zijlstra, coördinator van team Energieinfrastructuur van de provincie Groningen, vertelt dat op de locatie twee wegen samenkomen, er warmte beschikbaar is en de waterstof-backbone in de buurt ligt. De locatie lijkt ook kansrijk voor een energiehub met een laadplein.

De groep werkte hiervoor een aanpak uit, met een stakeholder- en gebiedsanalyse, parkmanagement, een energietoets en een strategie voor de acquisitie en het (her)plaatsen van bedrijven. Op de locatie komt ook batterijopslag.

De opbrengst? Anja zegt: “De sleutel is om vanaf het begin na te denken over energie en over wat er in de toekomst nog meer gebeurt in de omgeving. Welke bedrijfseconomische ontwikkelingen spelen er? Waar ontstaan knelpunten, of liggen kansen? Je moet breed onderzoeken voordat je de diepte ingaat, samen met (grote) bedrijven, maatschappelijke stakeholders, bewoners, netbeheerders en alle overheden.”

De route naar ruimte voor energie

“Wij hadden een casus uit een gemeente waar een gebiedsontwikkeling vastliep doordat energie niet was meegenomen,” vertelt Hettie Tychon-Kwakkel, duurzaamheidsregisseur bij de gemeente Elburg. De groep zocht de oplossing in een proces. Het is belangrijk dat alle betrokkenen vanaf het begin aan tafel zitten en worden meegenomen in de planvorming.

Hettie zegt: “Plannen worden ver van tevoren gemaakt. Intussen verandert de wereld en gaat de uitvoering er heel anders uitzien. Om daarop in te spelen is het belangrijk dat alle betrokkenen aan tafel zitten.”

Een gemeente kan de ruimtelijke instrumenten van de Omgevingswet inzetten om ‘energie’ te regelen. Bijvoorbeeld door in de omgevingsvisie uitgangspunten op te nemen voor keuzes die gemaakt moeten worden rondom (energie)planologie. Dit betekent dat de netbeheerder en andere betrokkenen bij energie al bij het maken van de omgevingsvisie betrokken moeten worden.

“In gemeenten wordt nog veel gedacht: dit is van de netbeheerder, die gaat het wel oplossen. Maar we moeten heel anders gaan samenwerken.”

Multifunctioneel ontwerpen in de Houtrakpolder

In de Houtrakpolder, tussen Amsterdam en Haarlemmermeer, komt een hoogspanningsstation. Hoe kan dit zo goed mogelijk vorm krijgen? In de polder moet nog veel meer een plaats krijgen: recreatie, werken, natuurwaterzuivering, infrastructuur, ecologie, biodiversiteit et cetera.

Soesja van Wijgerden, projectmanager Duurzaamheid bij de provincie Noord-Holland, zegt: “Het risico is dat de groene waarden afvallen door ruimtegebruik. Dat willen we niet laten gebeuren. De oplossing is multifunctioneel ruimtegebruik. Bijvoorbeeld met een energietuin, waarbij we energie samenvoegen met beleving, educatie en groen.”

De groep wil de kunstenaars van het nabijgelegen Ruigoord betrekken bij de ontwikkeling. Ze willen participatief ontwerpen en steeds zoeken naar slimme combinaties. Hoe maak je iets moois van een hoogspanningsstation? Hoe vertel je er een mooi verhaal bij? Het idee is om opgaven bij elkaar te brengen en daarmee de oplossingsruimte groter maken.

Soesja zegt: “We willen niet inpassen, maar aanpassen en daarmee waarde creëren.” De deelnemers willen allemaal groen en kwaliteit behouden. Ze kennen de frictie: “Daardoor loopt het proces soms vast, maar niets doen is geen optie. Netcongestie is urgent, en een gezond leefklimaat ook. Je moet hiervoor samenwerken met gemeenten, TenneT, groene organisaties en bewoners, en de tijd nemen voor participatief ontwerp.”

Een energiesysteem voor de Achterhoek

Energie opwekken op locaties waar veel vraag is. De waterstofbackbone strategisch inzetten. Netbewuste nieuwbouw. Slim laden. En zoveel mogelijk collectieve warmte. Dit zijn de belangrijke bouwstenen voor het energiesysteem voor de Achterhoek.

Caspar Menkman, beleidsmedewerker bij de gemeente Berkelland, zegt: “We hebben geprobeerd alles in kaart te brengen. Maar we missen kennis. We zien nog gemeentelijke woonvisies zonder dat er is nagedacht over energie. Regionaal en provinciaal ontbreekt het nog aan regie en een strategie om de netcapaciteit zo te verdelen dat die maximaal bijdraagt aan de leefbaarheid.”

De belangrijkste les van de groep is dat energie en de energietransitie vanzelfsprekende onderdelen moeten zijn van alle ruimtelijke plannen. “We hebben de energietransitie speciaal gemaakt. Dat is niet goed, want daarmee is het politiek kwetsbaar geworden.”

Strategische verdeling van schaarse energiedragers

Het Rijk moet meer richting geven aan het gebruik van schaarse energiedragers, zoals waterstof en groen gas. Dat is het pleidooi van de groep van Timo te Velde, beleidsadviseur Energietransitie bij de gemeente Enschede.

“We denken dat landelijke gemeenten groen gas gaan produceren en dit lokaal willen inzetten voor het verwarmen van wijken. Op zich begrijpelijk, maar niet verstandig. Groen gas is schaars. Je gebruikt het liever voor industrie met een hoge temperatuurvraag”, zegt Timo.

De groep benadrukt dat strategische keuzes nodig zullen zijn om zulke industrie, bijvoorbeeld steenfabrieken, te verplaatsen naar plekken waar groen gas wordt geproduceerd. Sectoren die niet kunnen elektrificeren, moeten worden aangewezen voor het gebruik van groen gas. De bestaande waterstofladder kan daarvoor worden uitgebreid met groen gas.

“Dit is een economisch strategische discussie met ruimtelijke impact”, zegt Timo. “Welke industrie hoort waar? Je moet hier echt op sturen, anders ontstaan er allemaal losse plukjes die vanuit het energiesysteem niet effectief zijn.”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe gemeenten netcongestie verminderen

Werken aan het energiesysteem gebeurt op alle schaalniveaus. Gemeenten doen er alles aan om de gevolgen van netcongestie te verminderen. Vera Boekelman (VNG) introduceert 2 sprekende voorbeelden.

Lees hier over energiehubs in het Gooi en over netbewust bouwen in Rijnpark Arnhem.

Energiedelen op bedrijventerreinen

Irmelin Waalkens (Gooi op Groen) regisseert energiehubs. Ze werkte aan een energiehub op een bedrijventerrein in Weesp. Het idee was om een virtual powerplant voor het hele terrein te realiseren. “Maar dat was een brug te ver. Elk bedrijf heeft z’n eigen uitdaging, er was geen simpele oplossing om het in één keer te organiseren.”

In de praktijk werkt een verzameling kleinere samenwerkingen beter. Bedrijven kennen vaak hun eigen energieprofiel niet. Inzicht en besparen per bedrijf levert al veel op. Net als ‘daten’ met de buren. Irmelin geeft een voorbeeld van een grootverbruiker die de zonnepanelen van de buren huurt. Een win-winsituatie, omdat het zonnepaneelbedrijf tegen hoge kosten voor teruglevering aanliep.

“Dit is een lokale, praktische oplossing. De focus ligt op inzicht, meten en analyseren, niet meteen op een groepscontract. Ondernemers willen zaken individueel regelen en alleen samenwerken als het nodig is.”

De gemeente faciliteert dat Gooi op Groen bedrijven ondersteunt. Bij nieuwe bedrijventerreinen kan de gemeente een energy business zone instellen. Bedrijven moeten dan meedoen aan het balanceren van het net. Dit vraagt om lokale opslag, bijvoorbeeld met batterijen bij zonnepanelen. Door lokaal vraag en aanbod af te stemmen, wordt netcongestie verminderd.

Experimenteren met energiehubs past goed binnen deze aanpak, maar het is een flinke organisatie. “Je begint met een experiment met 30 deelnemers, maar vaak blijven er uiteindelijk maar 3 over.”

Netbewust ontwikkelen in Rijnpark Arnhem

Patrick Begeman van Alliander en Afke Rond van de gemeente Arnhem vertellen hoe ze samenwerken aan het Rijnpark. Het is grote gebiedsontwikkeling waar in totaal 7.000 woningen moeten komen. De plannen waren al in de maak toen in 2024 netcongestie zich aandiende. In de regio Flevopolder, Gelderland en Utrecht (FGU-gebied) zal het zeker tot 2033 duren voordat het net wordt verzwaard. Tot die tijd moeten ze het doen met de bestaande capaciteit.

Dit vraagt om netbewuste keuzes, zoals het combineren van wonen en werken (verschillende energieprofielen, zodat je energie kunt delen) en werken met STOMP: stappen, trappen, openbaar vervoer, deelmobiliteit en pas als laatste de privéauto. Niemand krijgt een eigen parkeerplaats of laadpaal. Er komt collectieve warmte via Warmte- Koudeopslag. Afke en Patrick werken nauw samen. “De rol van Alliander verandert snel”, zegt Patrick. “Van een beheerorganisatie kantelt het naar bouwen en innoveren. Bijvoorbeeld door te werken met buurtbudgetten, waarbij we een bepaald vermogen aan een wijk toekennen.” Dat gebeurt ook in Rijnpark.

Het idee is dat een energie-entiteit een Elektriciteit Management Systeem aanstuurt dat ervoor zorgt dat het vermogen binnen de 3,9 MW blijft. Het vraagt veel zendingswerk om alle afdelingen en betrokkenen mee te nemen in de nieuwe aanpak. Afke doet dat samen met haar collega’s op een ludieke manier: als ‘Energysisters on tour’ bezoeken ze allerlei overleggen. “Netcongestie is het nieuwe normaal, we moeten ons eraan aanpassen.”

Samen verder als community

De 5e lesdag zit erop. Deelnemers ontvangen hun certificaat en namen voorlopig afscheid. Maar niet voorgoed. Samen vormen ze een groeiende community of practice. Iedereen werkt aan verschillende, maar vergelijkbare puzzels. We hebben elkaar nodig en zullen elkaar zeker weer ontmoeten.

 

 

 

 

Afbeeldingen

Bekijk ook

 

 

 

Het Leer- en kennisprogramma Energieplanologie is een samenwerking tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en Netbeheer Nederland, met ondersteuning van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Stuur een e-mail   Volg op LinkedIn   Meld aan voor de nieuwsbrief

     

 

 

Cookie-instellingen