Submenu

Blog: Waar we van dromen – keuzes voor de 22ste eeuw

10-07-2025

Hoe ziet je gemeente of provincie eruit in de volgende eeuw? Hoe wonen, werken en reizen inwoners? En welk energiesysteem is daarvoor nodig? ‘Waar we van dromen’ is het motto van de derde opleidingsdag. De les: keuzes voor investeringen in (grootschalige) energie-infrastructuur sturen de ruimte.

 

 

Ruimte maken voor de toekomst

Ze zijn er bijna allemaal weer bij, de 60 planologen, juristen en technici van netbeheerders, gemeenten en provincies, die deelnemen aan de opleiding van het Leer- en kennisprogramma Energieplanologie. Dat energie en ruimte hand in hand gaan, is nog niet overal vanzelfsprekend. Maar, in de gemeente Apeldoorn heeft Bart Mulder de functie van Energieplanoloog. "Ik voer uit wat ik hier aan het leren ben," zegt hij. Van origine is hij planoloog, al jaren werkt hij aan de energietransitie. Wat is voor hem de call-to-action van de derde opleidingsdag? "Ik wil een opdracht ophalen om een langetermijnvisie te maken voor Apeldoorn in 2100. Wat voor stad willen we zijn? Welk energiesysteem past daarbij, en welke dingen moeten we nu gaan doen om daar te komen? Dat is beter dan telkens ad hoc reageren op energievragen."

Integraal programmeren

Moderator Sanne Roemen vertelt aan de start dat integraal programmeren centraal staat vandaag, uit het blikveld van alle bestuurslagen en de netbeheerders. We krijgen drie inhoudelijke verhalen: adviezen van het College van Rijksbouwmeesters, de aanpak van integraal programmeren in Zuid-Holland, en over de Energiesysteemvisie van Tilburg. Drie verhalen, elk op een ander schaalniveau: rijk, provincie en gemeente. 

Talenten van de plek: ruimtelijke keuzes op rijksniveau

Corné Strootman is landschapsarchitect en adviseur bij het College van Rijksadviseurs (CRa), dat de overheid adviseert over ruimtelijke kwaliteit met de focus op de lange termijn. Hoe redeneer je vanuit de toekomst naar het nu? Corné toont hoe de kijk op de lagenbenadering veranderde. Het CRa zet niet de occupatielaag, maar de netwerklaag bovenaan. "De netwerklaag is sturend, met een langere horizon dan de occupatielaag." Keuzes voor de economie van de 22ste eeuw zijn nu aan de orde. Het CRa onderzoekt hoe het economisch systeem en het ruimtegebruik gaan veranderen door klimaatverandering en de energietransitie. Om te verkennen welke ruimtelijke keuzes moeten worden gemaakt, nam het CRa de staalindustrie, de petrochemische industrie, en de glastuinbouw onder de loep. Sectoren die op locaties zijn gevestigd waar de omstandigheden lange tijd ideaal waren, omdat er goedkoop gas was, een haven, voldoende zoet water, of een robuuste bodem. Het CRa noemt dit de ‘talenten van de plek’, maar die talenten worden schaars onder invloed van klimaatverandering en de energietransitie. "We moeten keuzes maken hoe we de schaarste verdelen op grond van duidelijke uitgangspunten. De inzichten hierover van het CRa zijn gebundeld in de publicatie 'Nu werken aan de talenten van de plek'. De keuzes voor de energietransitie en klimaatadaptie veranderen ook de leefomgeving van mensen. Ook ‘zachte’ waarden als leefbaarheid moeten een plek krijgen in de afwegingen.

Lees verder

De praktijk

Wat kunnen gemeenten, provincies en netbeheerders met de inzichten van het CRa? Een deelnemer vindt de inzichten waardevol. "Maar", zegt hij, "onze afdeling Economie denkt in termen van korte termijn-werkgelegenheid. Is langetermijnfocus op duurzame keuzes politiek haalbaar?" Het verplaatsen van bedrijfstakken naar meer geschikte locaties, is wenselijk, maar weerbarstig. Toch gebeurt het al, in de provincie Noord-Holland worden al keuzes gemaakt voor energieinfrastructuur in relatie tot economische activiteiten. "We zijn energie als sturingsmiddel aan het ontdekken.

Van inpassen naar aanpassen

In het door TenneT gevraagde advies ‘Landschap onder hoogspanning’ gaat het CRa in op het inpassen van energieinfrastructuur, bijvoorbeeld hoogspanningsmasten. Het CRa adviseert een ontwerpende aanpak met een brede groep van gebiedspartners, vertelt Corné. Voor het optimaal inpassen van hoogspanningsleidingen zijn bijvoorbeeld rechte lijnen het beste, maar dit vereist afstemming met andere opgaven. Ook andere ‘grote dingen’ zoals onderstations hebben enorme impact op het landschap. Hoe pas je ze in met zo min mogelijk schade? Het CRa adviseert ‘anders werken’. "Niet dingen verhullen achter een hek, maar meer land aankopen en logisch combineren met andere functies, zoals natuur, waterberging of een bedrijventerrein." Landelijke en regionale opgaven moeten samenkomen in ontwikkelcorridors, en in samenhang worden ontwikkeld. Iemand vraagt: wie neemt de regie in zo’n ontwerpende manier van werken? Corné denkt aan Novex-achtige trajecten onder regie van het ministerie van Klimaat en Groene Groei.

Wisselgeld

Deelnemers praten na over de praktijk. Wat voor wisselgeld is er? De energieregio’s krijgen compensatiegeld voor biodiversiteit. Kunnen de bestuurders over de grenzen van de eigen gemeente kijken, of wil iedereen een eigen park? Een deelnemer zegt dat hij het CRa-advies zal betrekken bij het inpassen van grootschalige batterijen. Een deelnemer benoemt de spanning tussen erfgoed en netuitbreiding. "Hoe combineer je soepelheid zonder landschappelijke kwaliteit weg te gooien?" "Is de MER-commissie aangehaakt in deze manier van denken?" Corné vindt het een goede vraag. "We delen de adviezen, maar er zit in de MER iets dat het moeilijk maakt." Een deelnemer benoemt het aspect van lokaal eigendom. "Dit verdient een plek, ook gezien het maatschappelijk draagvlak voor duurzame opwek op land."

 

Investeringsplannen voor provincie Zuid-Holland

Hoe maken we in Zuid-Holland het energiesysteem toekomstbestendig? Eelco de Vink (Stedin), Jonas Vollbrandt (provincie Zuid-Holland) en Laszlo van der Wal (Liander) nemen ons mee. Eelco vertelt hoe de netbeheerder prognoses maakt van de elektriciteitsvraag, en in kaart brengt waar de netcapaciteit dreigt te worden overschreden (op basis van piekbelasting). Op grond daarvan is een investeringsplan gemaakt; een kaart vol nieuw te bouwen, uit te breiden en te vervangen stations, met alle nieuwe verbindingen die erbij horen. Is de methode van de netbeheerder voor investeringen de goede werkwijze? vraagt Eelco. Veel deelnemers steken een rode kaart op. Iemand merkt op dat de samenwerking met gemeenten, provincie en stakeholders beter zou kunnen. Ook missen deelnemers andere manieren om knelpunten op te lossen, zoals lokale systemen, energiedelen en flexibele contracten. Dit is een goed bruggetje naar de volgende sheet met de titel: ‘We bouwen ons er niet uit’. Eelco benoemt hoe de grote uitbreidingsprojecten veel langer duren dan gepland, zoals de onlangs gemelde vertraging van de uitbreiding van het hoogspanningsnet in Utrecht, Gelderland en de Flevopolder.

Lees verder

Meer dan techniek

"Het programmeren en plannen van infrastructuur is als puur technocratische expertise van de netbeheerder achterhaald," is de stelling die Jonas van provincie Zuid-Holland lanceert, en die breed wordt onderschreven. "Maar", zegt een jurist van de provincie Noord-Brabant. "Vanuit z’n opdracht kan de netbeheerder er niet anders naar kijken. We moeten in gesprek en samen afwegingen maken." Jonas vertelt hoe Zuid-Holland een integraal programmeerproces maakte. Op basis van inzicht in bestaande infrastructuur, een Energievisie (toekomstbeeld), ontwikkelvarianten (keuzes voor projecten), en een uitvoeringsagenda met investeringsprogramma’s. Eén van de leidende principes voor het toekomstbeeld is dat het energiesysteem sturend is. In de nieuwe versie van de pMIEK komt meer nadruk op het programmeren van infrastructuur in relatie tot het sturen van ruimtelijke ontwikkeling. Ook komt er meer sturing op opslag en conversie, naast netverzwaring. Was de eerdere pMIEK nog redelijk sectoraal, de nieuwe versie krijgt een meer gebiedsgerichte insteek.

Keuzes maken

Dit voert naar de stelling: ‘Provincies en netbeheerder moeten mandaat krijgen om gebieden aan te wijzen waar extra wordt geïnvesteerd en waar (tijdelijk) niet.’ Laszlo vertelt hoe het piepte en kraakt in de eerste Zuid-Hollandse pMIEK. "Nu bepaalt de occupatie het netwerk, moet het niet andersom?" Hij noemt als voorbeeld de Krimpenerwaard waar bodemdaling het noodzakelijk maakt, het waterpeil op te zetten. Is het wijs in zo’n gebied te investeren in energieinfrastructuur of kun je grote energievragers beter verplaatsen naar een gebied met een robuuste bodem en voldoende lokale opwek, bijvoorbeeld Goeree-Overflakkee? "Dit zou een heftige keuze zijn, maar het bespaart veel maatschappelijke kosten."

Het brengt Laszlo tot de slotsom dat het samenbrengen van energie en ruimte complexe afwegingen geeft, waarbij de optimale oplossingen niet bestaan. "Andere werkwijzen, zoals ontwerpend onderzoek, helpen de dagelijkse praktijk los te laten, en te dromen over de toekomst." Deelnemers signaleren spanning tussen het politieke kortetermijndenken en de focus op de lange termijn die nu hard nodig is.

 

Gemeente Tilburg: Energiesysteem van de Toekomst

Tom Verputten en Myranda Beljaars vertellen over hun aanpak voor het Tilburgs Energiesysteem van de Toekomst. De stad moet 30 duizend nieuwe woningen bouwen, bovenop de bestaande 106 duizend. De ambitie is CO2-neutraal in 2050. Hoe verbinden ze energie aan de ambities voor wonen, economie en mobiliteit? Ze richtten een proces in met interne collega's, en met stakeholders van buiten. De betrokkenheid van veel mensen versterkt het draagvlak voor het mee-ontwerpen van het energiesysteem.

Op grond van een inventarisatie van warmtebronnen, zon- en windenergie, groen gas en waterstof maakten ze ontwikkelpaden met keuzes voor de gebouwde omgeving, bedrijventerreinen en mobiliteit. De warmtebronnenstrategie voor Tilburg voert naar een keus voor zoveel mogelijk collectieve warmte, met daarnaast een beetje groen gas en warmtepompen. Nu zijn 26 duizend huishoudens aangesloten op warmtenetten, dat worden er 120 duizend. "Inwoners zijn er kritisch over, maar we hebben de warmtenetten hard nodig," zegt Tom. Het idee is meer te gaan werken op lage en middelhoge temperatuur, al stelt dit flinke eisen aan het isoleren van de bestaande voorraad woningen.

Lees verder

Bedrijventerreinen

Het verduurzamen van bedrijventerreinen vraagt extra elektriciteit. Zon op dak voorziet in een deel, evenals restwarmte. Voor de grote energievragers is waterstof nodig, Tilburg hoopt daarvoor een aantakking te krijgen op de Delta Rhine Corridor. "Deze grote waterstofleiding loopt door Tilburg, dan moeten Tilburgers er ook iets aan hebben," zegt Tom.

Mobiliteit

Bij vervoer en laadvoorzieningen komt de transitie langzaam op gang. Tilburg rekent op verzwaring van het net om laadinfra mogelijk te maken, en de gemeente verwacht veel van bidirectioneel laden en energiedelen.

Netverzwaring

Netverzwaring is in Tilburg volop aan de gang. Op de planning staat een nieuw hoogspanningsstation, uitbreidingen van hoogspanning- en middenspanningstations en veel trafohuisjes, die de gemeente ruimtelijk zal inpassen. Voor het warmteprogramma komen er wijkuitvoeringsplannen met veel ruimte voor communicatie met bewoners. De gemeente richt een eigen warmtebedrijf op om zelf grip te houden op de prijzen. Intussen trekken bedrijven veel aan de bel over netcongestie, tegelijk is er weinig belangstelling voor gemeentelijke bijeenkomsten, over bijvoorbeeld energiedelen. In Tilburg-Noord werkt de gemeente met congestiemanagement, bijvoorbeeld het aanbieden van flexibele contracten. Tom en Myranda verwachten dat de belangstelling hiervoor toeneemt naarmate de situatie nijpender wordt.

 

Casussen

Met een ‘canvas’ als denkkader gaan de tien groepen vervolgens aan het werk aan hun eigen casus. Zo gaat de groep ‘De Achterhoek’ aan het werk met de industrie van de 22ste eeuw. Hoe gaat die eruitzien? Waar komen de functies? Hoe past dit bij de gebiedskenmerken? Ze tekenen kaartlagen, tekenen corridors en energiehubs, en ze discussiëren over een governance met zo min mogelijk bestuurlijke spaghetti en zoveel mogelijk slagkracht. Het gebeurt met overtuiging en brede gebaren, en het is ondertussen best gezellig.

 

 

 

De afdronk

De dag zit erop, wat is de afdronk? Voor energieplanoloog Bart Mulder (Apeldoorn) is dit het ‘verder kijken dan 2030-2040’. "Voor m’n gevoel zijn we nog te veel op de korte termijn bezig, ook doordat bestuursperiodes maar een paar jaar duren." Hij maakt nog snel contact met z’n collega-planoloog Henri Stakenburg van de provincie Gelderland. "Waar ziet de provincie dat investeringen worden gedaan? Ik wil graag in gesprek, kijken waar zij mee bezig zijn." Henri vindt het een goed idee. Hij is bij de provincie de verbindingsman tussen de programma’s Ruimte, en Energietransitie. "Ik vond vandaag het verhaal van de provincie Zuid-Holland interessant, en hoe zij bezig zijn energieclusters te definiëren. Ik ga m’n collega’s vragen of ze dit kennen. Verder steek ik hier veel op van hoe het energiesysteem werkt. Toen ik aan deze leergang begon, dacht ik nog dat netcongestie binnen een jaar of 5 opgelost zou zijn. Nu weet ik beter, net zoals mijn eerdere gedachte dat energie ruimtelijke ontwikkelingen moet volgen, achterhaald blijkt."

 

De inhoud van de presentaties nog eens terugkijken? Hier staan alle slides overzichtelijk op een rij.

Afbeeldingen

Bekijk ook

 

 

 

Het Leer- en kennisprogramma Energieplanologie is een samenwerking tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en Netbeheer Nederland, met ondersteuning van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Stuur een e-mail   Volg op LinkedIn   Meld aan voor de nieuwsbrief

     

 

 

Cookie-instellingen