Submenu

Iedereen ziet de ruimtelijke impact van energie

260 keer bekeken

Op de eerste opleidingsdag Energieplanologie kwamen planologen, juristen en technici samen. Ze zochten antwoorden op vraagstukken rondom de energietransitie, deelden praktijkinzichten en ontdekten hoe energie en ruimte elkaar steeds meer beïnvloeden. Lees hier het verslag van deze dag.

Blog opleidingsdag 1: Opleiding Energieplanologie

De energietransitie schuurt aan veel kanten. Maar, op de eerste van vijf opleidingsdagen van het Leer- en kennisprogramma Energieplanologie zijn deelnemers uit alle hoeken verrassend eensgezind. De gedrevenheid om elkaar te leren kennen is groot, net als de behoefte aan consistente inhoudelijke kaders, en duidelijkheid over handelingsruimte en verantwoordelijkheden.

De deelnemers zijn 60 planologen, juristen en technici van netbeheerders, gemeenten en provincies. Allen werken aan een deel van de grote transitiepuzzel. "Het is fijn om te zien dat zoveel mensen bezig zijn en ideeën hebben, al zijn we waarschijnlijk een groep van voorlopers," zegt Anne Jane Delfos van Liander.  

"Het woord ‘energieplanologie’ roept weerstand op"

Energieplanologie. "Het woord alleen al roept al weerstand op," zegt facilitator Sanne Roemen. Is energie één van de ruimtelijke opgaven of dé sturende factor? Hoe dan ook, energie en ruimte gaan elkaar raken. Daarom zetten de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), Netbeheer Nederland, ondersteund door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), het Leer- en kennisprogramma Energieplanologie op.

Het programma biedt kennis, praktische handvatten en netwerken voor de energietransitie in de fysieke ruimte. Het verbindt mensen en werelden in een platform voor leren en delen. "We gaan niet vijf dagen louter experts op het podium zetten, maar leren van én met elkaar," zegt Sanne.

Er worden groepen gevormd met elk mensen van gemeenten, provincies en netbeheerders. Zij gaan in de loop van de opleiding aan de slag met eigen onderzoeksvragen, begeleid door AHA-coaches, een soort kennismakelaars. Het kennisblok daarna biedt inleidingen op het energiesysteem en de Nota Ruimte.

Nut en noodzaak van Energieplanologie

Hein van de Wijgert vertelt namens Netbeheer Nederland over het nut en de noodzaak van Energieplanologie. In bijna heel Nederland is sprake van netcongestie: een tekort aan netcapaciteit wat zorgt voor wachtrijen voor nieuwe aansluitingen. Tegelijkertijd verveelvoudigt de vraag naar elektriciteit, omdat we van het gas af gaan. De elektrificatie gaat veel sneller dan de netbeheerders kunnen bouwen - nog afgezien van de enorme ruimtelijke impact van de netverzwaring.

Naast ‘bouwen, bouwen, bouwen’ en het maximaal benutten van de bestaande netcapaciteit (zoals lokale systemen en energiehubs), zetten de netbeheerders in op integraal programmeren. Dit is een proces van beslissingen maken voor het energiesysteem in samenhang met de ruimte. Het idee van onbeperkt transport van energie is achterhaald. Dit vraagt om keuzes: waar gaan we wel of niet investeren in (grootschalige) energie-infrastructuur?

 

 "Energie is niet langer volgend, maar een sturend element in de ruimtelijke ordening."

Energie is daarmee niet langer volgend, maar wordt een structurerend element in de ruimtelijke ordening. Een robuust aanbod van energie in een gebied zal een aanzuigende werking hebben op bepaalde soorten bedrijvigheid. Hein benoemt als voorbeeld de Bommelerwaard. In dat gebied explodeert de vraag naar elektriciteit voor het verduurzamen van de glastuinbouw, de steenfabrieken en de vele transportbedrijven die er zijn gevestigd.

Om in deze opgave te voorzien, zijn vier nieuwe 150 kV-stations een nieuw 380kV-station nodig. Maar is zo’n investering toekomstbestendig? De Bommelerwaard is zeer kwetsbaar voor overstromingen. De steenfabrieken en glastuinbouwbedrijven liggen op grote afstand van de landelijke waterstofbackbone. De bijkomende problematiek van arbeidsmigratie roept de vraag op of het gebied een logische plek is voor energie-intensieve bedrijvigheid.

Het is aan de verschillende bestuurslagen om de instrumenten van de Omgevingswet in te zetten om activiteiten te stimuleren of juist te ontmoedigen.

Kort is er ruimte voor vragen en reacties. "Hoe breng je de energievisie in lijn met de provinciale omgevingsvisie?" vraagt iemand. Een iteratief proces is geboden. Maar hoe krijg je draagvlak in alle bestuurslagen? Het zal geregeld flink gaan schuren, zoveel is duidelijk.

De Nota Ruimte

Heleen Mollema van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) zet de ruimtelijke ordening in historisch perspectief. Hoe er rond 1900 nog woeste grond was, maar sinds de jaren ’50 elk stukje Nederland in gebruik is. De eerste Nota Ruimtelijke Ordening verscheen in 1960. De tijd dat net gas was gevonden en energie verplaatsbaar werd. De welvaart nam toe, en naast woningen kwam er in de ruimtelijke ordening ook aandacht voor cultuur, sportvoorzieningen en recreatie. Het idee was dat kernenergie in de elektriciteitsbehoefte zou voorzien.

"Nederland is af, dacht men, en het ministerie van VROM werd afgeschaft"

In de jaren ’70 kwamen de groeikernen op (3e nota), en eind jaren ’80 volgde de 4e  nota met het mainportbeleid: het versterken van de stedelijke agglomeraties. Ruimte werd schaars en er kwamen grootschalige windparken. Daarna brak een RO-loos tijdperk aan: de 5e nota werd nooit vastgesteld en in 2010 werd het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) simpelweg opgeheven. Nederlands was ‘af’, zo dacht men.

"Nu weten we wel beter," zegt Heleen. "Nieuwe, historische opgaven – wonen, klimaatadaptatie, energietransitie - vragen om ruimte, planning en coördinatie. De Nota Ruimte is de nationale omgevingsvisie: de ruimtelijke paraplu voor al het rijksbeleid voor de thema’s landbouw & natuur, economie & energie, en wonen, werken & bereikbaarheid."

Economie en energie in de Nota Ruimte

Matthijs van Oosterhout (VRO) belicht de strategische uitgangspunten voor economie & energie, die grotendeels overeenkomen met die van de netbeheerders: strategisch uitbreiden, beschermen en benutten van het bestaande; vraag en aanbod samenbrengen; besparen en efficiënt benutten. Het ministerie stuurt op nationaal niveau de grote corridors en knooppunten voor goederen, de vijf energie- en industrieclusters en de grootschalige opwek op de Noordzee. Voor regionale clusters van bedrijventerreinen en cluster 6- bedrijven geeft het ministerie richting. Lokaal zijn de gemeenten aan zet.

"Integrale blik op energie en ruimte is nog niet vanzelfsprekend"

In de energieprogramma’s van het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG), zoals het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) of Aanlanding Wind op Zee, is een integrale blik op ruimte nog niet vanzelfsprekend. "Dat is nog huiswerk voor onze collega’s."

VRO wil energieplanologie vormgeven met drie elementen:

  • Ruimte voor energiefuncties
  • Energie structureert de ruimtelijke ordening
  • Ruimte structureert energiesysteemkeuzes

Matthijs benoemt een aantal voorbeelden van dilemma’s. Zo is het versnellen van collectieve warmte essentieel om de druk op de ruimte en het elektriciteitssysteem te verminderen. Maar in de praktijk zijn er veel hindernissen, iets wat alle deelnemers herkennen.

Aanlanding van wind op zee vraagt om een bredere ruimtelijke afweging: is bijvoorbeeld waterstofproductie op zee haalbaar? Wat te doen met Schiphol, tegen de achtergrond van het feit dat er geen ruimte is voor de productie van bio-koolstoffen op het beperkte landbouwareaal?

Reflectie

Na een stevig rondje kennisuitwisseling is er in de plenaire zaal ruimte voor reflectie. Stefan Mol, adviseur energietransitie bij de gemeente Hilversum, is blij dat de ruimtelijke impact van de energietransitie nu ook bij planologen op het netvlies staat. "Zelf heb ik een technische achtergrond, maar het is fijn dat dit ook leeft binnen de ruimtelijke ordening. Het is ongelooflijk belangrijk dat we dit samen gaan tackelen."

De AHA-coaches verzamelen de opbrengst van de reflectie. Wat hebben deelnemers gehoord? Wat verraste hen? Wat herkennen ze? Vervolgens gaan ze in wisselende samenstellingen in gesprek over de rode draden. Aan het eind van alle gespreksrondes vat elke tafel de inzichten samen in één zin:

  •  Hoe kunnen we rekening houden met alle aspecten, zoals bodem en ondergrond?
    "Meer coördineren, plannen en in het voortraject de bodem in kaart brengen"
  • Hoe kunnen we binnen een organisatie verschillende rollen en taken beter verbinden?
    "Met een biertje!" Of: "Met een gezamenlijke visie en procesafspraken."
  • Hoe kunnen we gebalanceerd tijd en energie besteden aan de lange en korte termijn?
    "Wacht maar op de eerste stroomstoring van drie dagen, dan komt het gevoel van urgentie wel."
  • Hoe verbeteren we de interbestuurlijke samenwerking?
    "Laten we rollen, taken en verantwoordelijkheden per bestuurslaag verduidelijken en een integraal besluitvormingsproces creëren."
  • Hoe creëren we draagvlak voor wat er nodig is binnen de energieplanologie?
    "Laten we de pijn zichtbaar maken; wat er gebeurt als we niets doen. Je moet elkaar irriteren, anders gebeurt er niets."


 

Tot slot komen de subgroepen samen in hun cirkels. Welke voorbeelden uit de praktijk van de deelnemers zijn geschikt om verder uit te werken tijdens de volgende opleidingsdagen? En met welke onderzoeksvragen willen ze daarbij aan de slag?

Het was een geslaagde eerste dag, vindt Anne Jane Delfos van Liander. "Dat ze ooit dachten: Nederland is af - en dat ruimtelijke ordening een minder grote rol kreeg, en het ministerie van VROM werd afgeschaft… Het is wonderlijk, gezien de enorme opgaven waar we nu met z’n allen voor staan."

Afbeeldingen

Bekijk ook

 

 

 

Het Leer- en kennisprogramma Energieplanologie is een samenwerking tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en Netbeheer Nederland, met ondersteuning van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Stuur een e-mail   Volg op LinkedIn

     

 

 

Cookie-instellingen